De oudste vermelding van 'Engehusen' dateert uit 1326 met als bezitter Evert van Enghusen. Enghuizen was toen een Zutphens zadelleen, dat wil zeggen dat er elk jaar een gezadeld paard aan de leenheer moest worden geleverd. De middeleeuwse havezathe Enghuizen heeft volgens overlevering gestaan op de plaats waar tegenwoordig het Jagershuis staat, op het eilandje in de vijver. De tekening hieronder, toegeschreven aan A. Rademaker, toont een zestiende-eeuwsachtig complex met trapgevels en omringd door een gracht.
In het begin van de achttiende eeuw werd het complex vervangen door een landhuis met kwartcirkelvormig gebogen zijvleugels. Jan de Beijer maakte in 1743 de onderstaande pentekening van het paleisachtige huis.
In 1835 werd begonnen met de bouw van een nieuw in Italiaanse palazzostijl opgetrokken huis door architect Jacob Coers. Het huis met de kwartcirkelvormige zijvleugels werd afgebroken. In 1842 was het nieuwe 'kasteel' gereed. In de Tweede Wereldoorlog werd het huis licht beschadigd, maar vlak na de bevrijding brak er brand uit. In 1948 is het huis (grotendeels) afgebroken.
Naast het kasteel verrees er een oranjerie (het 'tuinhuis') en een groot stalgebouw (het 'koetshuis'). Na het verdwijnen van het kasteel betrok de grafelijke familie de oranjerie.
De bouwer van de stalling liet zich inspireren door de Koninklijke Stallen. Dit zou mogelijk kunnen verwijzen naar de omvang en betekenis van het landgoed Enghuizen in vroeger tijden.
De boerderijen behorende bij landgoed Enghuizen vertonen vaak wonderlijke namen, zoals Jena, Bautzen, Maloï Jaroslawitz, Lutzen, Beresina, Duben en Brienne. H.J.C.J. van Heeckeren, eigenaar van Enghuizen van 1831 tot 1862, maakte deel uit van het leger van Napoleon en legde zijn oorlogsherinneringen uit de Napoleontische tijd vast in boerderijnamen die hij noemde naar de veldslagen die hij met de keizer meemaakte. De boerderijen zijn veelal herkenbaar aan de rood-gele wapenkleuren op de luiken.
Enkele data
1326 | Oudste vermelding van 'Engehuse' met als bezitter Evert van Enghusen |
1404 | Het goed gaat over van Evert van Enghusen op zijn zoon Evert van Engehusen |
1425 | Evert laat het goed na aan zijn broer Gerrit Palick van Enghusen |
1473 | Jacob van Enghusen, zoon van Gerrit Palick van Enghusen krijgt het goed |
1483 | Jacob van Enghusen sterft kinderloos. Zijn tante Margriet, kloosterzuster van St. Mariëngrave in Doesburg, erft het goed. |
1488 | Het klooster en Margriet dragen Enghuizen over aan Seger van Voorst (voluit: Seger van Heeckeren genaamd van Rechteren, geheten van Voorst). Seger van Voorst was afkomstig van Keppel. |
1501 | Berent, de oudste zoon van Seger, erft Enghuizen |
1518 | Berent is kinderloos gestorven. Het goed gaat over op zijn broer Sweder. |
1547 | Sweder sterft ook kinderloos. Het goed gaat over op de derde broer, Otto van Voorst. |
1552 | De oudste zoon van Otto, Seyger, erft Enghuizen van zijn vader |
1598 | Seyger sterft en laat Enghuizen na aan zijn zoon Sweder |
1619 | Sweder verkoopt Enghuizen aan zijn zwager Franco van Swieten |
1627 | Seger, de oudste zoon van Franco volgt zijn vader op |
1636 | De kleinzoon van Seger, Johan Otto van Sweeten, draagt het goed op aan Everhart van Heeckeren, in wiens nageslacht het goed tot 1923 zal blijven. |
1667 | Everhart draagt Enghuizen op aan zijn zoon Lubbert Frederik |
1668 | Lubbert overlijdt ongehuwd. Het goed vererft weer op zijn vader. |
1680 | Everhart sterft en twee jaar later wordt zijn jongere zoon Robbert eigenaar |
1699 | Robbert overlijdt. Zijn minderjarige zoon Evert erft Enghuizen. |
1702 | Door de voogden van Evert wordt het goed overgedragen aan zijn oom Jacob Derk van Heeckeren |
1716 | Jacob Derk draagt Enghuizen over aan zijn zoon Frans Jan |
1767 | Enghuizen gaat over op Jacob Adolf, zoon van Frans Jan. |
1792 | Evert Frederik, zoon van Jacob Adolf erft Enghuizen |
1816 | Hendrik Jacob Carel Johan baron van Heeckeren van Enghuizen trouwt met de zeer gefortuneerde Eliza Williams Hope. |
1831 | Hendrik Jacob Carel Johan, die onder Napoleon diverse veldtochten meemaakte, erft Enghuizen van zijn vader Evert Frederik. Het landgoed bestaat omstreeks deze tijd voornamelijk uit heide met watergaten, sloten en vennetjes. Hendrik Jacob Carel Johan begint met de ontginning van het landgoed en de boerderijbouw. |
1835 | Start van de bouw van een nieuw huis in Italiaanse palazzostijl door architect Jacob Coers. De twee oudste zonen van Hendrik Jacob Carel Johan zijn overleden. Het huis is bestemd voor dochter Juliana Louise Wilhelmina, die echter in 1849 op twintig jarige leeftijd zal overlijden. |
1842 | Het nieuwe huis is gereed |
1862 | Lodewijk Evert, de jongste zoon van Hendrik Jacob Carel Johan, erft Enghuizen |
1883 | Hendrik Jacob Carel Johan Walraven baron van Heeckeren, zoon van Lodewijk Evert, erft Enghuizen |
1923 | Hendrik Jacob Carel Johan Walraven overlijdt en Enghuizen wordt nagelaten aan zijn nicht Marguérite Christine barones van Heeckeren, dochter van zijn broer Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik Carel. Marguérite Christine was getrouwd met Adolph Zeyger graaf van Rechteren Limpurg. |
1945 | Bombardement van kasteel Enghuizen door geallieerde vliegtuigen |
1948 | Afbraak van het door brand zwaar beschadigde kasteel Enghuizen |
... | Adolf Sweder Hubertus, zoon van Marguérite Christine barones van Heeckeren en Adolph Zeyger graaf van Rechteren Limpurg, krijgt Enghuizen toegewezen. |
... | Adolf Roderik Ernst Leopold graaf van Rechteren Limpurg, zoon van Adolf Sweder Hubertus, is thans eigenaar van Enghuizen. De familie Van Rechteren bewoont de voormalige oranjerie (het "tuinhuis"). |
Bronnen
-
Adellijke Huizen in het Richterambt Doesborgh / J. Harenberg (Stad en Ambt Doesborgh, Uitgeverij Rabeling, 1990)