Het Wapen van Heeckeren aan de Zelhemseweg is het begin van de negentiende eeuw gebouwd. De boerderij-herberg behoorde vroeger tot het landgoed Enghuizen, destijds in het bezit van de familie Van Heeckeren. De luiken van het monumentale pand zijn nog steeds geschilderd in geel-rood, de kleuren van het landgoed Enghuizen.
Tegenover 't Wapen staat een "doorrijschuur" waar de reizigers vroeger met paard en wagen in konden rijden. De volgende morgen konden ze de schuur aan de achterzijde weer verlaten.
In 2002 dreigde het monumentale café gesloten te moeten worden omdat de uitbaters van het café, het echtpaar Evert-Jan en Ewa Oosterink, niet over de juiste papieren zouden beschikken om het bedrijf te kunnen runnen. Bij toeval vond Evert-Jan zijn horeca-papieren terug toen hij de koelkast in de gelagkamer opzij schoof.
In de Gelderlander van 25-05-2002 beschreef Piet Venhuizen een kroegentocht langs oude Achterhoekse herbergen. Hij bezocht achtereenvolgens 't Onland, café De Tolhut, café Het Wapen van Heeckeren en café De Tol (De Pröhs). Hieronder staat het fragment over café Het Wapen van Heeckeren.
Artikel uit De Gelderlander van 25-05-2002 Boemelend langs oude Achterhoekse herbergenDoor PIET VENHUIZEN (Foto's: HANS GROENE) "Ze zijn er nog, cafés waar de tijd heeft stil gestaan. Geen tapkraan, maar een knalpot, geen radio maar zwijgende klanten die nippen van borrel of bier. De Achterhoek is voor velen, zeker toeristen, het land waar het leven nog goed is. Rustieke dorpjes dommelen er in een aangenaam landschap, in de herfst valt overal wild te eten en het bier wordt er met vakmanschap en meesterschap gebrouwen. Ook het genieten van dat bier kan hier en daar nog op authentieke wijze geschieden. Laat ons daarom de baan op gaan voor een tocht langs eeuwenoude herbergen.
Hier heeft geen brand gewoed, hier hebben nooit slopers hun vernietigende werk gedaan. De toog en de toogkast zijn 150 jaar oud en er staat eenzelfde oude kachel als in 't Onland. Een klapdeurtje geeft nog altijd toegang tot de bedstee waarin vroeger de gasten sliepen. Elk detail in dit café is authentiek, de tijd heeft hier stilgestaan, al stonden een uitsmijter en een gehaktbal tweehonderd jaar geleden misschien niet op het menu. Specialiteit van het huis is de verse soep, vertelt de waard, die met zijn vrouw elders in het voorhuis woont. Tot vijftien jaar geleden heeft Oosterink ook nog geboerd en het achterhuis, de deel, is nog geheel in de oude staat, zo blijkt bij een rondleiding. Het lijkt of de koeien hier zojuist zijn vertrokken, al is hun geur wel geheel verdwenen.
Wijzelf zien van een poging tot lidmaatschap af, want we moeten verder. We nemen daarom onder dankzegging afscheid van onze gastheer. |