Door Betty Blikman-Ruiterkamp
arrestantenlokaal in Hummelo gebeurde in de jaren 1921-1926. Burgemeester Jan Isaac Cordes speelde een hoofdrol in dit “gemeente-drama”. Wat was hij voor een man? Waarom handelde hij zodanig dat de gemeenteraad onderling verdeeld raakte en de sfeer behoorlijk bekoelde? Was het gewoon zijn karakter? Of zat er iets anders achter? En hoe verging het hem verder? We weten het niet, maar misschien kan zijn achtergrond wat licht op het geheel werpen. Daarom startte ik een zoektocht, te beginnen bij zijn voorouders.
Enige tijd geleden heb ik me verdiept in alles wat er rond de totstandkoming van eenWaarschijnlijk kwamen de leden van het geslacht Cordes ooit uit het dorp Cordes in de Belgische provincie Henegouwen, het Franse gedeelte van het land. Maar zover ging ik niet terug. Ik begin in Amsterdam, waar Christiaan Hendrik Cordes (1802-1869) werd geboren. Hij was de grootvader van bovengenoemde Jan Isaac Cordes. Deze ondernemende man nam in 1830 deel aan de Tiendaagse Veldtocht tegen België. Hiervoor werd hij door koning Willem 1 later benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Drie jaar later trouwde hij met Wilhelmina Hendrika Maria Bloemen (1811-1889), de dochter van een koopman. Ze kregen acht kinderen, waarvan er echter vier jong overleden. Cordes was al voor zijn huwelijk een suikerraffinaderij begonnen, waarmee hij een flink kapitaal verdiende. Daarmee kocht hij o.a. een flink stuk grond in Driebergen, op de Utrechtse Heuvelrug. Op dit landgoed liet hij in ± 1843 een royaal wit gepleisterd landhuis zetten, dat hij Hoogerheide noemde. Tegenwoordig staat het op de gemeentelijke monumentenlijst en heet het Bloemenheuvel. Rondom en achter de villa werd een prachtige tuin aangelegd in landschapsstijl, waarschijnlijk door de toen beroemde tuinarchitect J.D. Zocher. In de overtuin werd een hertenkamp gesticht. Een paar jaar later (1847) werd hij tot burgemeester benoemd van Driebergen en Rijssenburg. Vanaf 1850 was hij eerst lid van Gedeputeerde Staten van Utrecht, hierna gedeputeerde en daarna tot zijn dood weer lid. Rond 1860 bezat hij diverse obligaties, waarvan de akten zijn opgemaakt in Nieuwer Amstel. Hij werd begraven op de oude algemeen begraafplaats aan de Cordesstraat in Driebergen.
Jan Herman Cordes (1839-1903) was een van zijn zonen. Hij studeerde theologie, wat vanaf 1815 een academische opleiding was. waarschijnlijk in Utrecht. In 1866 werd hij bevestigd als hervormd predikant in het dorp Princenhage, bij Breda. Waarschijnlijk was er in die tijd een tekort aan predikanten. De kerkelijke gemeenten brachten in die tijd vaak op meerdere kandidaten een beroep uit. Vijf jaar later was hij een van de vele predikanten die waren aangeschreven door de gemeente Vorden. kreeg hij een beroep van de Nederlands Hervormde gemeente te Vorden. Deze nam hij aan en hij werd daar bevestigd op 11 augustus 1872. Ze woonden op A 183, Nieuwstad 21. Het traktement van een dominee was niet erg hoog, de status echter wel. Dit laatste werd nog verhoogd toen Cordes in 1880 trouwde met Johanna Maria Brants, de dochter van Jan Isaac Brants, eigenaar van kasteel de Wildenborch. Dit optrekje had Brants geërfd van zijn grootvader, de dichter Anthony C.W. Staring. Bovendien was Jan Isaac Brants ook heel deftig (lees: rijk) getrouwd, met een meisje uit het geslacht Van Löben Sels, dat tot de oude Gelderse adel behoorde. Zowel Jan Isaac Brants als Jan Herman Cordes stonden jarenlang (rond de voor-vorige eeuwwisseling) op de lijst van de hoogst aangeslagen belastingbetalers in de provincie Gelderland. Dat maakt veel duidelijk. Cordes was behalve (waarschijnlijk) gelovig ook rijk: hij bezat aandelen van de N.V. Overijsselse Hypotheek Bank: 10 stuks van 1000 gulden. En dat was vast niet het enige, op financieel gebied, zo was hij later eigenaar van de herenplaats Overveen in Ouder- Amstel. Jan Herman Cordes bleef predikant in Vorden tot 1903, waar hij na een korte periode van emeritaat nog hetzelfde jaar overleed. Hij werd in Driebergen begraven, waarschijnlijk in het familiegraf. Zijn jongste dochter erfde Overveen.
Jan Isaac Cordes (1884-1974)
De latere burgemeester van de gemeente Hummelo en Keppel kwam op 18-10-1884 ter wereld in Vorden. Hij groeide op in een welgesteld gezin. Omdat hij de tweede zoon in het gezin was, werd hij naar grootvader van moeders kant werd vernoemd, Jan Isaac Brants. Mogelijk bezocht J.I. de lagere dorpsschool, maar misschien groeiden hij, zijn twee broers en twee zussen op met een huisonderwijzer. In 1902 plaatste hun vader namelijk in diverse Nederlandse kranten een advertentie met de vraag om een huisonderwijzer. Deze moest beslist Nederlands Hervormd en van christelijke beginselen zijn en bovendien een hoofdacte bezitten. En niet jonger dan 40! Nadien volgde J.I. vast ergens anders een opleiding, maar dat is (mij) onbekend. Wel is het zeker dat hij op den duur weer in zijn geboorteplaats aan het werk was, als ambtenaar bij de gemeente Vorden. Op zijn 25e trouwde hij op 12-05-1910 met de drie jaar jongere Reiniera Johanna (Hanna) Roijer (1888-1973) uit Zwolle, een notarisdochter. Maar Cordes wilde hogerop en was van plan om ooit ergens burgemeester te kunnen worden. Dat zat immers in de familie!
Naar het westen
Nog in hetzelfde jaar verhuisden ze naar Loosdrecht. In die omgeving hadden ze familie, relaties en bezittingen. Daar bewoonden ze de herenhofstede Land-en Heizicht in Oud Loosdrecht. Dat er aan geld geen gebrek was, is op te maken uit de advertenties die ze in de krant lieten plaatsen, waarin personeel werd gevraagd: een eerste meisje, een tweede meisje, een keukenmeid, een bekwame werkmeid enz. Dat een burgemeestersvrouw niet zelf hoefde te werken, werd weer eens heel duidelijk. Daar, in Loosdrecht, werd op zeven mei 1911 hun eerste dochter, Johanna Maria, geboren. Wat Cordes zelf in die jaren deed is (mij nog) onduidelijk. Wel deed hij enig vrijwilligerswerk, hij was bijvoorbeeld in 1910 voorzitter van de plaatselijke pas opgerichte geitenfokvereniging. Twee jaar later werd hij benoemd als commissaris van de spaarbank in zijn woonplaats. In datzelfde jaar solliciteerde hij naar de functie van burgemeester in Ouderkerk aan de Amstel. Dat lukte en hij werd daar geïnstalleerd op acht juli 1913. Tevens werd hij aangesteld als ambtenaar van de burgerlijke stand. Zo woonde hij min of meer in de streek waar zijn grootouders indertijd ook woonden. Kritiek over zijn handelen aldaar heb ik niet gevonden. Wel overkwam het gezin daar iets wat minder leuk was. Ze werden in 1916 slachtoffer van een inbraak. Er werd ongeveer 1300 gulden vermist en bovendien de revolver van de burgemeester. Ook werd alles overhoop gehaald. Deze inbraak werd nooit opgelost. Inmiddels was in 1915 hun tweede dochter geboren: Louise Christine Egbertine Francoise, roepnaam Isa.
Slechts een enkele maal komt een burgemeestersvrouw ook in de schijnwerpers te staan. Zo ook Cordes’ echtgenote. In 1917 vond er een drama plaats in Ouderkerk. Twee veldwachters (rijks- en gemeente) gingen met een bootje de Amstel op en betrapten waarschijnlijk enige mannen op diefstal. Deze brachten echter hun belagers om, ze gooiden de twee agenten overboord, waarop ze verdronken. Er werd een collecte georganiseerd om hun gezinnen bij te staan. “Giften worden gaarne ingewacht aan onderstaande adressen: R.J. Cordes-Royer en … te Ouderkerk aan de Amstel.” Straat en huisnummer hoefden toen niet vermeld te worden. Iedereen wist immers waar de burgemeester woonde!
Naar het oosten
Na bijna zeven jaar burgemeester van Ouderkerk aan de Amstel te zijn geweest, solliciteerde J.I. op 36 jarige leeftijd naar de burgemeesterspost in in de gemeente Hummelo en Keppel.
Op 30 juni 1920 was daar inmiddels afscheid genomen van C.W. Vrijland, die 37 jaar aan de gemeente verbonden was. Toevallig werd op 19 juli het verbouwde gemeentehuis aan de Rijksweg in gebruik genomen.
Cordes werd op 23 augustus 1920 als burgemeester van Hummelo en Keppel benoemd en al op dinsdag 21 september vond de installatie plaats. Ter introductie vermeldde de krant o.a. dat hij partijloos was en Nederduits Hervormd. Natuurlijk kwam er ook een verslag van de installatie in de krant. Deze meldde dat de nieuwe burgemeester op “waardige wijze” was ontvangen, met erebogen en vlagvertoon. De Keppelse kapel creëerde een feestelijke sfeer. Het echtpaar Cordes arriveerde per landauer en werd aan de gemeentegrens afgehaald door de twee wethouders. Ze ontvingen bloemen van de vier meisjes, die de kernen van de gemeente Drempt, Hummelo, Hoog- en Laag Keppel vertegenwoordigden. Om 11 uur ’s ochtends vond de installatie plaats en nadien was er gelegenheid om kennis te maken.
G.J. Klokman (van Instituut Gelre) hield een welkomstrede, waarin opvalt dat Cordes een echte Geldersman werd genoemd. Hierna werd het benoemingsbesluit voorgelezen en legde hij de vereiste eden af. Na een druk bezochte receptie volgde en ook nog een rijtoer. Kortom: de nieuwe burgervader werd hartelijk ontvangen!
Hij ging aan het werk en over het algemeen was de verhouding met de gemeenteraad goed. Dat veranderde toen men de opdracht kreeg om een arrestantenlokaal te bouwen in Hummelo. De raad vond deze overbodig, want onder de kerktoren van Hoog-Keppel was zo’n gastvrij nachtverblijf gevestigd. Het leverde een vervolgverhaal op, dat enkele jaren duurde. Maar ook later vonden er weer minder leuke zaken plaats tussen de burgemeester en de raadsleden. Zoals het geval met het schoolhoofd, die een halve dag vrij wilde hebben vanwege een begrafenis. Cordes weigerde hem dit te verlenen. Ongeveer ditzelfde verhaal gebeurde later nog eens. En ook toen op de lijst van sollicitanten voor een nieuw schoolhoofd de helft van de namen achtergehouden bleek te zijn, raakte men geïrriteerd! De burgemeester maakte gewoon zelf een keuze! De wethouders Klokman en Van Pallandt traden zelfs af. Eerstgenoemde keerde ook niet meer terug in het openbaar bestuur.
Na de oorlog
Cordes bleef aan het werk gedurende de oorlog, maar was in die periode wel enige tijd met ziekteverlof. Lang was hij voorzitter van de plaatselijke VVV en voorzitter van de vereniging ziekenhuisverpleging “Samenwerking”. En bovendien bestuurslid van de afd. Gelderland van de dresseerclub van de Koninklijke Politiehondenvereniging. Ook zat hij in de commissie voor het kanaliseren van de Oude IJssel 1940.
Hij werd tijdens de bevrijding ontslagen, maar in 1946 “ten volle” in ere hersteld en opnieuw geïnstalleerd. Er werden toen veel hartelijke woorden tot hem gericht. Rond 1941 verhuisden ze naar Laag Keppel, waar ze het pand Rijksweg 75 hadden gekocht. Wij kennen het nog als Museum Margaretha. Het toenmalige pand liet hij verbouwen, tot wat er nu staat. In 1947 heropende zijn vrouw nog de kleuterschool in Laag Keppel. Ook werd ze in dat jaar gekozen als als voorzitster van de plaatselijke afdeling van de Bond van Nederlands Plattelandsvrouwen.
Cordes werd eervol ontslagen per een november 1949. Hij stierf in 1974, zijn vrouw was hem een jaar eerder voorgegaan.
Veel later werd er in Ouderkerk aan de Amstel nog een straat naar hem genoemd. En in ± 1980 in een nieuwbouwwijk van Hummelo ook.
Waaruit blijkt dat Achterhoekers van nature niet haatdragend zijn!
Natuurlijk ben ik, na al deze gegevens over de familie Cordes te hebben verzameld, er niet echt achter gekomen waarom Cordes soms zo strak zijn eigen kop volgde. Maar voorgeslacht en achtergrond van een persoon hebben invloed op een karakter.
Bronnen
- WiewasWie en Wikipedia: Cordes
- Wikipedia: Lijst burgemeesters: C.H. Cordes en I.J. Cordes
- ,, Bloemenheuvel/Hoogerheide
- Website: Oudheidkundige Vereniging “Oud Vorden”
- Website https://breurhenket.com
- Krantenbank Delpher
- Foto's: [collectie] Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers in Doetinchem.