Vanaf begin januari 1942 moesten honderden joodse mannen, uit het hele land, huis en haard verlaten om te gaan werken in speciale kampen. Ze kwamen terecht in meer dan veertig werkverruimingskampen in vooral Noord- en Oost-Nederland. Deze kampen waren al voor de oorlog aangelegd, door bv. De Heidemaatschappij, om onderdak te kunnen bieden aan werkloze arbeiders, die ontginning- en boswerkzaamheden verrichtten. Deze kampen ontpopten zich in 1942 tot een voorportaal van deportatie naar kamp Westerbork en de vernietigingskampen in het Oosten van Europa. Deze joodse werkkampen vormen een vrijwel onbekend stuk geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Ook in onze omgeving waren er werkkampen die door de Duitsers ‘ingepikt’ en misbruikt werden voor hun vernietigingssysteem. Kamp Lievelde lag op de plek waar de voormalige Schansdijk uitkwam op de (oude) Lievelde weg. In kamp De Zomp bij Ruurlo moesten dwangarbeiders werkzaamheden verrichten in de bossen rond de Zelhemse- en Hengeloseweg en helpen bij de aanleg van een rijksweg. In Villa Irene aan de Arnhemseweg in Ellecom werden vanaf 3 september 139 joodse mannen ondergebracht om werkzaamheden te verrichten nabij Avegoor, dat sinds 1941 opleidingsschool voor de Nederlandse SS was. Ze moesten grondwerk verzetten voor het sportveld en de Turnhalle. Ze werden ’s nachts op de zolder van de villa opgesloten. De bewakers zaten op de verdiepingen daaronder. Villa Irene werd voor de gelegenheid sarcastisch omgedoopt tot Villa Palästina. Iedere dag werden ze over de straatweg naar Avergoor overgebracht en ’s avonds weer terug. En toen de groep na elf weken klaar was en naar andere kampen werden overgebracht, bleven 3 van hen in Ellecom achter. Ze liggen nu nog op de begraafplaats. In Giesbeek was ook een werkkamp De Meente. En tussen Zelhem en Hummelo lag werkkamp De Wittebrink. Daar is niet zoveel over bekend. Een aantal mensen uit Hummelo en Zelhem hebben onlangs een werkgroep gevormd om inzicht te krijgen in de geschiedenis van dit kamp. Zij willen daarmee een aanzet geven tot het vergaren van nieuwe feiten, materialen en kennis over dit joodse werkkamp en een blijvende herinnering aan deze donkere periode in de gemeente Bronckhorst realiseren. Het kamp lag aan de Zelhemseweg niet ver van Hummelo en was reeds voor de oorlog (1937) gebouwd met een maximale capaciteit van ongeveer 120 personen, die ondergebracht konden worden in twee woonbarakken. De barak van beheerder Burggraaf stond aan de doorgaande weg. Deze beheerder staat in de overlevering bekend als een hulpvaardig mens, die waar het kon een oogje dicht drukte. Verder was er een opslag voor groente en cokes, een kantine, een opslag voor dekens en strozakken en een pomphuis. In augustus 1942 kwamen joodse dwangarbeiders in De Wittebrink aan om de plaats in te nemen van de werklozen uit Rotterdam die er tot dan vertoefden en in de bossen tewerkgesteld waren. Zij sliepen op stapelbedden in de woonbarakken. Deze barakken hadden binnen een wasruimte en buiten een primitief toilet. Dat bestond uit een dubbele rij van acht emmers, gescheiden door schotten, voorzien van een dak en afgesloten met een halve deur. Ook voor de joodse mannen bestonden de werkzaamheden uit het kappen van bomen, het uitgraven van stobben en het egaliseren van gronden. Dat dit niet voor iedereen even gemakkelijk was, blijkt wel uit een aantal bewaard gebleven brieven van Abraham Salomon Koster aan zijn gezin in Delft. De heer Koster was op 26 april 1886 te Rotterdam geboren en was eigenlijk magazijnbediende. In augustus 1942 werd hij op 56 jarige leeftijd gekeurd voor tewerkstelling in een werkkamp. Hij werd ‘goedgekeurd’ om vanaf 18 augustus 1942 zwaar lichamelijk werk te verrichten in het werkkamp bij Hummelo. Hij schreef op 22 augustus afgebeelde briefkaart naar zijn gezin, niet wetende dat hij een maand later, op 18 september 1942 al zou arriveren in kamp Westerbork. Op 19 oktober 1942 is Abraham Salomon Koster in Auschwitz vermoord. Ook in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 moesten joodse dwangarbeiders onder bewaking te voet naar Hummelo. Waarschijnlijk zijn deze mensen vervolgens met het trammetje van Laag-Keppel naar Dieren gegaan en vandaar naar Arnhem voor deportatie naar kamp Westerbork en de vernietigingskampen. Er is nog veel onduidelijk over dit werkkamp in de huidige gemeente Bronckhorst. De werkgroep is op zoek naar meer gegevens en verhalen van dit RWK (Rijks Werk Kamp) Wittebrink. Heeft u daarover informatie, dan kunt dit doorgeven aan de coördinator van de werkgroep, de heer Karl Lusink, Strengscheveld 29, 6996 DK Drempt, telefoon: 0313-473461 E-mail: Bron o.a. www.joodsmonument.nl |
Door Fred Wolsink. Gepubliceerd in Weekblad Contact (14 oktober 2008).