• nlhum20040620xxxx.jpg
  • manana-manana-2014-5320.jpg
  • vive-la-france-nlhum201407114350.jpg
  • nlhum201309249087.jpg
  • nlhun201104167591.jpg
  • volksfeest-nlhum200709120738.jpg
  • piet-oudolf-nlhum200608190018.jpg
  • paasvuur-nlhum201004044408.jpg
  • volksfeest-nlhum200709120464.jpg
  • manana-manana-2014-5320b.jpg

'Jodenhuis' in Laag-Keppel Ten westen van het dorp Laag-Keppel is voor de toenmalige eigenaar van de Keppelsche IJzergieterij een woonhuis gebouwd. Dit in de bocht van de huidige Rijksweg gelegen ‘Oude huis van Aberson’ had destijds huisnumfmer B 49. Op deze foto van voor 1964 is het verdwenen koetshuis nog te zien. Op latere momenten in de geschiedenis noemden mensen deze woning ook wel: Hogehuis of Jodenhuis. Over de relatie met de oude ijzergieterij en de aan het woonhuis nog aanwezige ‘gietijzeren getuigen’ komen we later nog eens terug. In deze aflevering willen we een beeld proberen te schetsen van de geschiedenis van dit huis in de Tweede Wereldoorlog.
In de voormalige gemeente Hummelo en Keppel was destijds een Kibboets. Deze had de status van Hachsjara-centrum. D.w.z. dat de oudere jeugd na voltooiing van de opleiding de mogelijkheid kreeg naar Palestina te emigreren. Met een zogenaamd Palestina-certificaat kregen ze toegang tot het Britse mandaatgebied Palestina. Palestina viel immers, sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog en de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk, onder Brits bestuur. Aan de emigratie naar Palestina kwam echter in 1941 een eind toen Adolf Hitler de Joden verbood de bezette gebieden te verlaten. Ook voor de in Hummelo en Keppel werkende jongeren kwam daarmee een einde aan die droom. Want op 24 juni 1942 heeft de Commissaris der Provincie Gelderland zijn burgemeesters aangeschreven met het verzoek een lijst samen te stellen met alle in hun gemeente woonachtige Joodse inwoners. Burgemeester Cordes antwoordde hem per brief op 14 juli 1942 met: ‘Anbei beëhre ich mich Ihnen mit zu teilen, dasz ich heute eine Liste mit 39 in dieser Gemeinde wohnhafte jüdische Personen an die Zentralstelle für jüdische Auswanderung in Amsterdam eingesandt habe.’. Met deze brief begint het einde van de meeste in de gemeente woonachtige Joden. Het merendeel van deze Joodse mensen woonden op het adres B 49 en deden werkervaring op als landarbeiders en dienstmeiden bij diverse gezinnen en bedrijven in de gemeente. Dat deze jonge mensen in die jaren een plek in de gemeenschap gevonden hadden blijkt wel uit brieven van burgemeester Cordes aan de heersende macht waarin hij, op verzoek van meerdere landbouwers, allerhande pogingen onderneemt om de Joodse inwoners te behouden voor de gemeente. Het heeft echter niet mogen baten. De tot de Kibboets behorende jongeren zijn ingevolge de beschikking van 29 maart 1943 ‘gedwongen geëvacueerd’ naar het concentratiekamp Vught. Vanuit Vught zijn ze via Westerbork op transport gezet naar de Duitse vernietigingskampen. De meeste kwamen om in Sobibor en Auschwitz. Slechts enkelen overleefden de kampen. In aflevering 61 van deze rubriek hebben we melding gemaakt van een werkgroep, die bezig is met een zoektocht naar meer gegevens en verhalen van het RWK (Rijks Werk Kamp) Wittebrink en de realisering van een blijvende herinnering aan de Joodse inwoners van de voormalige gemeente Hummelo en Keppel. Deze groep zou ook graag in contact willen komen met mensen, die nog iets weten van deze Kibboets. Waar en voor welke gezinnen en bedrijven hebben deze tot de Kibboets behorende jongeren gewerkt? Wie kan er wat meer vertellen over de activiteiten in en rondom het ‘Oude huis van Aberson’? Wat is er in z’n algemeenheid nog bekend over (ondergedoken) Joodse mensen en wie heeft er informatie over de Keppelse huisarts Belinfante, die op 13 mei 1940 zelfmoord pleegde? Weet u een antwoord op deze vragen, dan kunt dit doorgeven aan de coördinator van de werkgroep, de heer Karl Lusink, Strengscheveld 29, 6996 DK Drempt, telefoon: 0313-473461 E-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Door Fred Wolsink. Gepubliceerd in Weekblad Contact (24 februari 2009).